Leg het deeg 's morgens op een licht met bloem bestoven werkblad. Om het een ronde vorm te geven, begin je bovenaan en vouw je het deeg naar het midden. Draai het deeg een beetje om en vouw het volgende stuk deeg om. Herhaal dit totdat je de cirkel rond bent. Draai het deeg om en laat het 5 tot 10 minuten rusten.
Bekleed ondertussen een kom van 20 cm diameter met een handdoek en bestuif met bloem. Met bebloemde handen, vorm het deeg voorzichtig en trek het in een cirkelvormige beweging naar je toe om de vorm strakker te maken. Leg het deeg met de naad naar boven in de kom.
Dek de kom af en laat 30 minuten tot 1 uur rusten. Het deeg is klaar als het er opgezwollen uitziet en is iets gestegen, maar nog niet verdubbeld.
Verwarm je oven voor op 230 °C en zet je gietijzeren pot met deksel in de oven. Laat de pot goed warm worden. Haal de pot vervolgens uit de oven en draai de kom met het brood uit boven de pot zodat het deeg met de naad naar onderen in de pot ligt. Maak met een zeer scherp mes op scheermes inkepingen in het brood.
Zet het dekstel op de pot, schuif het in de oven en bak het brood afgedekt gedurende 20 min op het middelste rek. Verwijder het deksel en bak nog 30 minuten. Verwijder dan voorzichtig het brood uit de pan en bak de laatste 10 minuten direct op het ovenrek om de korst knapperig te maken.
Laat het brood 1 uur afkoelen op een rooster vooraleer je het aansnijdt.